Tegen de noordelijke zijwand van het schip staat de, uit 1646 stammende, zeskan-tige preekstoel. Deze is gebouwd in de renaissance-stijl en uitgevoerd met pilasters waaruit cannuluren gestoken zijn. Boven de pilasters zijn ionische kapitelen geplaatst. Het hoofdgestel is bekroond met een rijk gesneden fries, afgedekt met een vooruitspringende kroonlijst. De vlakke panelen van de kansel zijn gemaakt van wagen-schoteiken. Dit is de oorspronkelijke benaming voor eikenhout dat loodrecht op de groeiringen is gekloofd en vervolgens vlak geschaafd is. Tegenwoordig zouden we dit kwartiers noemen. Door deze zaag- of kloofmethode komen de spiegels in het hout als mooie zwarte stippen aan de oppervlakte. Voor de restauratie van 1950 stond de preekstoel onder het orgel, in het koor. Om meer zitplaatsen te krijgen is het liturgisch centrum verplaatst naar het schip. Vanwege deze verplaatsing moesten er zowel een nieuwe kanseltrap als een nieuw klankbord boven de preekstoel gemaakt worden. Dit gebeurde in de stijl van de jaren zestig van deze eeuw. In 1990 werd de preekstoeltrap door een nieuwe vervangen, in de stijl, die op een oude interieurfoto van rond 1900 (zie pag. 37), nog is te zien. Het klankbord werd opnieuw met eikenhout bekleed, meer in overeenstemming met het hout van de kansel.  

terug